De scouts van 11 tot en met 15 jaar heten ‘scouts’. Scouts zijn niet meer bezig met het spelen in thema, zoals bij de bevers (5-7 jaar) en de welpen (7-11) jaar het geval is. Bij de scouts ligt de focus op het bewust ontwikkelen van hun Scoutingkennis en -vaardigheden. De verschillende activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgen ervoor dat er veel variatie in het programma zit en kinderen elke week iets anders doen.
Zelfstandigheid
Naast samenwerking en elkaar helpen als er problemen zijn, is het ook belangrijk dat scouts (een deel van) een opkomst leren organiseren. Onze groep scouts wordt op deze manier relatief zelfstandig en de scouts worden voorbereid op de volgende leeftijdsgroep, de explorers, waarin ze zelf activiteiten gaan organiseren. Zo blijven scouts zich steeds verder ontwikkelen, dit heet bij Scouting de ‘doorlopende leerlijn’.