Met de komst van een welpenhorde werd de behoefte aan een droog onderkomen groter. Zij mochten gebruik maken van de zolder van de Bloemenkamp. Ook de verkenners maakten zo nodig gebruik van die zolder. Omdat de pastorie in de oorlog beschadigd was, had ook dominee Schakel tijdelijk onderdak in de Bloemenkamp gevonden. Die zat daar ’s zaterdag ‘s middags zijn preek voor te bereiden, terwijl de welpen en verkenners op zolder aan het donderjagen waren.
De welpen en verkenners hebben een paar jaar met heel veel plezier op de gezellige zolder (’t Kraaiennest) hun onderkomen gehad. Helaas werd in het begin van de 50-er jaren de huur opgezegd en lukte het niet om meteen een ander onderkomen te vinden. De winter van 1952/1953 moest weer in de openlucht worden doorgebracht.