De jongeren van 15 tot en met 18 jaar worden ‘explorers’ genoemd bij Scouting. Zij organiseren hun eigen activiteiten, maken hun eigen programma en zorgen dat de gehele groep explorers (afdeling) goed loopt. Ze regelen bijvoorbeeld de financiën van hun afdeling en verdiepen zich in verschillende vaardigheden. Het gebruik van activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgt voor variatie in het programma. Ook kunnen ze ervoor kiezen om meerdere opkomsten te besteden aan een project.
Nog meer zelfstandigheid
Explorers hebben geen leiding meer, maar begeleiding die advies geeft en motiveert als dat nodig is. Zo leren ze om te gaan met verantwoordelijkheden, ontwikkelen ze zich en worden ze zelfstandig. Ze doen vaardigheden en kennis op en ontwikkelen zich continu. Dit heet bij Scouting de ‘doorlopende leerlijn’.
